Onze website maakt gebruik van cookies.
Toen Tjeerd Jacob Twijnstra in 1921 zijn lijnolie- en mengvoederfabriek liet bouwen, had hij niet kunnen vermoeden dat zijn pand 100 jaar later een van meest karakteristieke en toonaangevende evenementenlocaties van Nederland zou worden. We nemen je mee terug in de tijd…
Tussen de Utrechtse en Amsterdamse weilanden, op een strategische plaats tussen het spoor en het Amsterdam-Rijnkanaal, bouwde Tjeerd Jacob Twijnstra in 1921 zijn lijnolie- en mengvoederfabriek.
De ondernemende Fries Tjeerd Jacob Twijnstra, die al olieslagerijen bezat in Akkrum en Franeker, wilde kort na de Eerste Wereldoorlog een landelijke afzet van zijn producten en zocht voor een nieuw te bouwen fabriek een geschikte locatie in het midden van het land. Deze vond hij vlakbij Maarssen, op een gunstig gelegen strook tussen de spoorlijn Utrecht-Amsterdam en het Merwedekanaal (nu het Amsterdam-Rijnkanaal).
De ligging aan goed vaarwater was voor de fabriek erg belangrijk in verband met de aan- en afvoer van de grondstoffen. Hiervoor werd zelfs een eigen insteekhaven gegraven vanuit het Merwedekanaal. Die haven is inmiddels gedempt en omgevormd tot parkeerplaats.
In 1921 verrees op een steenworp afstand van Maarssen een moderne fabriek voor de persing van lijnolie en de productie van veekoeken. De fabriek werd grotendeels ingericht en bemand door Friese arbeiders, waarvoor de noodzakelijke huisvesting in het bescheiden Maarssen ontbrak. Met een garantie van de fabriek bouwde de gemeente aan de overzijde van het kanaal een wijkje met kleine arbeiderswoningen, dat tot op de dag van vandaag bekend staat als de Friezenbuurt.
Na de Tweede Wereldoorlog ging de fabriek over op de productie van olie uit copra; de gedroogde kokosnootvrucht. Hiervoor verrees in de jaren vijftig een opvallende tentvormige opslagloods, inmiddels omgedoopt tot Copraloods.
In 1962 werd de productie van olie stopgezet en legde de fabriek zich volledig toe op de productie van mengvoer. Voor de opslag van granen was in 1960 al een hoge silo gebouwd – nu bekend als Silo36 – die het complex nog altijd domineert.
De productiewijzigingen waren een direct gevolg van verschuivingen in vraag en aanbod op de wereldmarkt.
In de tijd van de UTD werden er al bedrijfsevenementen georganiseerd in de fabriek. Wie werkte bij de mengvoederfabriek werd onderdeel van een bloeiend verenigingsleven.
In 1963 fuseerde de fabriek met Delfia mengvoeders uit Delft, waarmee de afkorting UTD is verklaard. In 1996 werd de productie naar Deventer verplaatst en verloor de fabriek, waar ooit 300 mensen werk vonden, haar functie.
De oude fabriek stond 5 jaar te koop, want niemand was geïnteresseerd. Ondernemer Jan van Eck werd door een bekende verleid tot een bezoekje en was op slag verliefd op de ruimte. Er werd flink onderhandeld en op 15 oktober kreeg Jan de fabriek cadeau van zijn vrouw Krijnie voor zijn 50e verjaardag.
Een echtpaar uit Maarssen ontfermde zich over de fabriek en richtte het in als evenementencomplex onder de naam ‘DeFabrique’. Uitgangspunt was het behouden van het historische en industriële karakter van de locatie.
Jan en Krijnie zagen in de oude fabriek met karakteristieke ruimtes een prachtige kans om een stukje historie te bewaren en met anderen te delen. De gedrevenheid om het pand en de industriële omgeving optimaal te benutten, resulteerden in een evenementenlocatie met een unieke uitstraling en de meest moderne faciliteiten.
Elke ruimte is liefdevol gerestaureerd en vertelt zijn eigen verhaal. Dat gevoel komt over op onze gasten, iedere keer weer.
Wil je nog meer weten over de historie van DeFabrique en de overgang naar evenementenlocatie? Download dan snel ons jubileummagazine! Meer dan 70 pagina’s vol interviews, geheimen en foto’s. Download gratis >