7 belangrijke vaktermen in de evenementenbranche

Opdrachtgevers- en nemers moeten dezelfde taal spreken tijdens het organiseren van een evenement. En dan hebben we het niet over Duits, Spaans of Nederlands, maar over elkaar begrijpen. Beide partijen moeten ‘on the same page’ zitten. Om je een handje te helpen hebben we 7 belangrijke vaktermen uit evenementenland gedefinieerd. 

1. HYBRIDE EVENEMENT

Sinds COVID-19 een booming term. Een combinatie tussen een off- en online evenement waarbij de focus ligt op interactie. De fysiek aanwezige gasten en het online publiek krijgen op hetzelfde moment dezelfde inhoud aangeboden. De programma’s lopen lineair aan elkaar, maar zijn niet de hele tijd gelijk. Hybride evenementen zijn daardoor een unieke ervaring voor beide groepen.

1,5-meter-evenement organiseren - hybride evenement organiseren - Hybride evenement - Vaktermen evenementenbranche

2. BELEVING

Een bijzondere gebeurtenis – in dit geval een evenement – die mensen raakt en wat zij onthouden. Met onze zintuigen zien, horen, ruiken, voelen en proeven we het evenement. Deze prikkels worden omgezet in een emotie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen passieve (bijv. iemand die naar een presentatie kijkt) en actieve beleving (bijv. een acteur spreekt je aan tijdens de lunch). Hoe gasten iets ervaren is afhankelijk van persoonlijke ervaringen en hun achtergrond. Met een memorabel evenement breng jij een gevoel over en zorg je dat je wordt onthouden.

3. INTERACTIE

Steeds op elkaar reageren. Individuen die met elkaar in contact zijn. Om het toe te spitsen op evenementenland: een wisselwerking tussen gasten onderling of tussen gasten en sprekers. Je daagt gasten uit om actief deel te nemen aan een sessie. Als event organisator kun je interactie stimuleren door: de juiste setting te kiezen, in kleinere groepen te werken en de juiste activiteiten te kiezen. 

4. PARTICIPATIE

Betekent actieve deelname/betrekken. Hierbij is altijd sprake van een subject en object. Het subject is een persoon of groep die deelneemt aan het object. Het object kan van alles zijn: kunst, maatschappij of politiek. Als we het begrip naar evenementenland trekken is dit dus een methode om je doel te bereiken op een evenement. Zoals bijvoorbeeld: werknemers (subject) laten bijdragen aan het plan voor interne bedrijfsvoering (object). Het kernelement is dat het individu of de groep inspraak hebben in een bepaalde situatie en dat je een onderwerp samen aanpakt. 

5. BETROKKENHEID

De mate waarin een eventbezoeker zich identificeert en verbonden voelt met het evenement en de achterliggende organisatie, het bedrijf, het merk of de community. 

6. ENGAGEMENT

Is niet hetzelfde als betrokkenheid. Engagement is de psychologische staat van een eventbezoeker die wordt gevormd door gedrags- (wat iemand doet), cognitieve- (bewustzijn) en emotionele (gevoel) elementen. Het is een doorlopend proces wat ontstaat tussen twee of meer partijen en wordt gemeten aan de hand van intensiteit. In dit geval gaat het om de connectie tussen de gasten en het merk, bedrijf, de organisatie of community. De soort engagement is afhankelijk van de context. Zo kun je engagement vertonen met een website, maar bijvoorbeeld ook tijdens het evenement. 

Vaktermen evenementenbranche

7. STORYTELLING

Een methode om je evenement, bedrijf of merk een gezicht te geven door middel van een verhaal. Een verhaal brengt in tegenstelling tot rationele elementen als cijfers een gevoel en emotie met zich mee waardoor het langer blijft hangen in het menselijke geheugen. Storytelling zorgt voor identificatie en heeft een groot effect op de houding en het gedrag van je eventbezoekers. 

Delen: